Praktijk voor Integrale Geneeskunde West-Brabant

(overgenomen van de site van Homeopatisch en Orthomoleculair arts J. Beunk)

Cholesterol wordt al jaren in een steeds slechter daglicht gezet. Vroeger moest het beneden de 10 mmol/ltr zijn, maar dit getal wordt steeds lager gesteld. Cholesterol wordt in alle cellen van het lichaam gevormd, maar grotendeels in de lever, darmen, bijnieren, voortplantingsorganen en placenta. Voor een klein deel krijgen we het via de voeding binnen. De indruk wordt gewekt dat cholesterol een zwaar vergif is waar we aan kunnen sterven. Dit is een grote misvatting. Bij een tekort aan cholesterol worden we ernstig ziek of sterven we aan hartzwakte of kanker. Daarom is cholesterol onontbeerlijk voor een goede gezondheid.

Een teveel aan cholesterol is een teken van ziekte, zoals koorts bij een infectie en niet de oorzaak. Bij onderdrukking van koorts kan men geen longontsteking genezen en zo zal men de gezondheid niet verbeteren door het cholesterolniveau kunstmatig te verlagen met vergif.

naar boven

Eigenschappen van cholesterol

Cholesterol is een belangrijk sterol in het menselijk lichaam en een onderdeel van het plasma en de intracellulaire membranen. We vinden het in de myeline structuren van de hersenen en het centrale zenuwstelsel en in kleine hoeveelheden in de membranen van mitochondria.

In de lever wordt cholesterol omgezet tot galzouten, nodig voor de opname van vetten en de vetoplosbare vitaminen (vitamine A, E, D en K).

Cholesterol is van belang voor de vorming van steroid hormonen. Dit zijn hormonen van de bijnieren en de voortplantingsorganen.
De hormonen van de bijnieren zijn de corticosteroïden en de mineralo-corticosteroïden.
De geslachtshormonen zijn de hormonen die gevormd worden door de eierstokken, de testikels, de placenta (en voor de placenta). Ze zijn van belang voor de zwangerschap, bij de bevalling, de borstvoeding, het mineralen evenwicht en de energie die vrij komt bij de stofwisseling van de vetten, suikers en eiwitten.

Uit cholesterol komt het ergosterol dat onder invloed van het ultraviolet van de zon omgezet wordt in vitamine D2, van belang voor onze kalkstofwisseling (1).

Cholesterol wordt in het lichaam gevormd uit Acetyl CoA, dat op zijn beurt gevormd wordt uit de suikers, vetten, eiwitten en vitaminen ( vooral B5) die we eten. Dit Acetyl CoA wordt stapsgewijs omgezet in mevalonaat. Deze stof wordt weer omgezet in:
- Cholesterol.
- Coenzym Q 10
Selenoproteïnen, selenoproteïne N, glutathionperoxidase, deiodinase.
Het Coenzym Q 10 is noodzakelijk voor het functioneren van de kernen van de cellen. Zonder deze stof kunnen onze spieren en zenuwen niet hun werk doen. Vooral de hartspier heeft voor zijn energie veel Coenzym Q10 nodig.

De cholesterolverlagende medicijnen, statinen genoemd, blokkeren de vorming van mevalonaat. Daardoor krijgen we een daling van cholesterol, Coenzym Q 10 en Selenoproteïnen.
De Selenoproteïnen zijn van belang voor de vorming van selenoproteïne N en glutathionperoxidase. Laatstgenoemde stof beschermt het lichaam door handhaving en vorming van spierweefsel (2). Bij een tekort ontstaat pijn aan de skeletspieren, spierzwakte en vermoeidheid. Deze Selenoproteïnen hebben ook een anti-kankerwerking.
Naar boven

De gevolgen van het gebruik van cholesterolverlagende middelen

Coenzym Q 10 tekort: (11)onze spieren worden zwakker. Bij jonge mensen zal dit niet direct plaats vinden, maar wel op de lange duur. Door zwakte van de spieren zullen deze sneller pijn gaan doen bij inspanning. De zwakte van het hart zal kortademigheid en extreme vermoeidheid veroorzaken (10)
Volgens Langsjoen ontstaat bij 70% van de statinen gebruikers een afwijking aan het hart. Ook in Canada werden de artsen gewaarschuwd voor het gebruik van lipitor in verband met hartfalen (3).

De zenuwbanen zijn ook afhankelijk van een adequate Coenzym Q10 voorziening. Grotere gevoeligheid van ons gehele lichaam zal plaats vinden, maar ook ons centrale zenuwstelsel heeft er van te lijden. De astronaut Graveline beschrijft in zijn boek: “Lipitor- dief van ons geheugen”, hoe hij vlagen van geheugenverlies kreeg door het gebruik van lipitor.
De hersencellen en de zenuwbanen hebben voor hun wanden cholesterol nodig. Bij een tekort in de hersencellen ontstaan psychische bijwerkingen, zoals depressie, slaapproblemen en geheugenverlies. Bij een tekort aan cholesterol in de zenuwbanen krijgen we zenuwbeschadiging (perifere polyneuropathie) die wordt gekenmerkt door zwakte, gevoelloosheid, pijn en tintelingen in de voeten. Door afname van de weerstand (coenzym Q 10 is ook van belang voor onze weerstand) kan ontsteking van de zenuwbanen ontstaan (16, 17).

Bij oudere mensen (70 en ouder) blijkt een hoger cholesterolgehalte juist samen te hangen met een langer leven, voornamelijk doordat ze minder kanker en infectieziekten kregen (18). Bij gebruik van cholesterolverlagende middelen is bij hun de kans groot dat een afname van de spierfunctie of het denkvermogen plaats vindt, wat een bedreiging is voor de kwaliteit van het leven en voor overleven in het algemeen.(29)
Naar boven

Het LDL-cholesterol: deze stof is onontbeerlijk voor ons lichaam omdat het een drager is van coenzym Q 10 en bètacaroteen. Deze stof is dus ook niet gevaarlijk voor ons lichaam, anders zou het niet gevormd worden. Bij te weinig LDL-cholesterol ontstaat een tekort aan antioxidanten, waardoor de kankercellen niet meer geremd worden in hun groei.
LDL-cholesterol is een voorloper van pregnenolone, DHEA en progesteron. Dit zijn hormonen die het verouderingsproces remmen en van belang voor onze gezondheid.
Samen met cholesterol werkt het als antioxidant bij de verwijdering van giftige stoffen uit ons lichaam (19, 20).
Een teveel aan LDL-cholesterol (het zogenaamde slechte cholesterol)wijst op een stoornis en dit kan met voeding en vitaminen goed geregeld worden. Het LDL-cholesterol moet in evenwicht zijn met het HDL-cholesterol en het gewone cholesterol. (21, 22)
Naar boven

LDL-cholesterol en de transvetzuren:
De LDL-deeltjes in het bloed hebben een bepaalde grote. Zijn ze te klein, dan is er een vergroot risico op vaataandoeningen. De grote LDL-deeltjes doen ons geen kwaad. Het ontstaan van de kleine LDL-deeltjes is een gevolg van het eten van transvetzuren die kunstmatig verkregen zijn door het verharden van onverzadigde vetzuren in geharde verzadigde vetzuren. Bij dit verhardingsproces wordt waterstof bij een verhoogde temperatuur door olie geleid. Deze vetten zitten in frituurvet, kant en klaar maaltijden, koek, gebak, margarine en vele andere industriële vetten. Deze kunstmatig gevormde transvetzuren zijn schadelijk voor ons, terwijl roomboter de goede transvetzuren voor ons heeft (23, 24). Deze onnatuurlijke transvetzuren hebben ook de eigenschap om het LDL-cholesterol te doen stijgen en het HDL-cholesterol te doen dalen.(25, 26)
Naar boven

Squaleen tekort: squaleen is een voorloper van cholesterol, maar wordt ook gebruikt in ons lichaam voor de vorming van vitamine A, E, D en K. Vitamine A is voor onze weerstand tegen infecties en vooral in de winter samen met vitamine D van belang om extra in te nemen. Vitamine D en K zijn belangrijk voor de botvorming, dus tegen osteoporose. Vitamine E is voor zeer veel processen in ons lichaam van belang als vrije radicalenvanger.
Naar boven

Cholesterol tekort: uit cholesterol worden de geslachtshormonen, galzouten en vitamine D gevormd en is cholesterol een onderdeel van de celwand. Samen met een tekort aan Coenzym Q10 veroorzaakt het rhabdomyolyse, d.w.z. dat spieren neigen om op te lossen en te verzwakken, inclusief uw hartspier. Deze rhabdomyolysis kan een nierbeschadiging doen ontstaan (9) en door het vrijkomen van giftige spiercomponenten een levensbedreigende nierinsufficiëntie veroorzaken (15).
Een daling van de geslachtshormonen zal uw liefdesleven niet ten goede komen (in de meeste gevallen)(1, 4, 12).
Naar boven

Selenoproteïnen tekort: uit Selenoproteïnen ontstaan glutathionperoxidase, selenoproteïne N en deiodinase. Een tekort veroorzaakt een vergrote kans op kanker. Een selenoproteïne N tekort geeft spierpijnen, spierzwakte en vermoeidheid. Coenzym Q10 is dus niet het enige middel dat bij een tekort deze symptomen geeft. (5, 6).
Naar boven

Andere bijwerkingen: de volgende bijwerkingen kunnen ontstaan door inname van cholesterolverlagende middelen: longontstekingen, leververgiftiging, fatale colitis ulcerosa, pancreatitis (alvleesklierontsteking), peesontstekingen, vertroebeld zicht, hoofdpijn, huiduitslag, misselijkheid en andere maagdarmproblemen (28), afwijkingen bij het ongeboren kind (30).
Naar boven

Conclusie:

  • Cholesterol is een belangrijke stof voor het lichaam. Een te hoog cholesterolgehalte zegt dat er mogelijk tekorten zijn aan vitamine B3 of B6, maar dit is niet gevaarlijk voor het lichaam. Statines zijn veel gevaarlijker. (7)
  • Cholesterolgehalte heeft niets te maken met atherosklerose, hartaandoeningen, hersenbloedingen of herseninfarcten.(7)
  • Cholesterolverlaging kan je leven verkorten en ellendig maken. (7,4)
  • Vergelijkend onderzoek van statinen en placebo gaf geen verbetering te zien van hart en vaataandoeningen bij gebruik van statinen. (8)
  • Cholesterolverlagers verzwakken het immuunsysteem.
  • Cholesterolverlagers verhogen de bloeddruk, met name de onderdruk.

Wat kunnen we doen om ons hart en bloedvaten goed te houden?

Indien u toch nog angstig bent en niet overtuigt over het onschuldige cholesterol, dan kunt u bij een hoog gehalte vitamine B3 (=niacine) (13, 14), vitamine B6 en taurine gebruiken. De niacine geeft warmte opvliegers gedurende half uur. Neem het in na de warme maaltijd. Er is ook een langzaam opneembare vorm, die geen flushes geeft. Bij leverstoornissen moet u maar heel weinig innemen (25 mgr/dag) of eerst het gehalte aan vitamine B3 in het bloed laten meten. Vitamine B6 is altijd goed.
Dagelijks gebruik van Coenzym Q 10 doet uw hart en spieren versterken en verhoogt uw levenskans met 75% (27).
Om geoxideerd cholesterol (oxysterolen) zo min mogelijk binnen te krijgen (dit is niet zo goed) moet u dierlijke eiwitten mijden, met name vlees en melk. Gebruik veel vitamine C, bètacaroteen en Coenzym Q 10 (31).

Heel belangrijk is het meten van het homocysteïne-gehalte in uw bloed in combinatie met vitamine B12, foliumzuur en magnesium. Een te hoog homocysteïne-gehalte (boven 7 micromol/ltr) is schadelijk en wijst op een tekort aan vitamine B12, foliumzuur, magnesium en bètaïne HCL.
Drink geen melk, want deze remt de opname van de nodige stoffen.
Naar boven

Schema wat u het beste kunt innemen voor uw hart en bloedvaten:

Dit schema is samengesteld uit adviezen van deskundigen op het gebied van hart- en vaatziekten. (32, 33, 34, 35).

  1. Eet veel fruit en groenten, liefst uit eigen tuin en niet uit kassen. Doordat er teveel metkunstmest is gewerkt, bevat de groente in 10 jaar tijd nog maar de helft aan vitamine en mineralen (1986-1996) (36). In groenten en fruit zitten vitamine C, vitamine A, carotenoïden, tannine, flavonoïden en fyto-oestrogenen, allemaal verlagen zij het cholesterolgehalte. Door de vezels verlagen zij ook de bloeddruk, maar doe een goede buikademhaling om de opname te bevorderen. (37)

  2. Volkoren graanproducten, indien u er tegen kunt, verlagen ook de kans op een ischemische beroerte. (38)

  3. Overgewicht vergroot uw kans om een beroerte te krijgen aanzienlijk, vooral als dit gepaard gaat met suikerziekte en/of verhoogde bloeddruk. Laat u nakijken wat de oorzaak van uw overgewicht is. Tekorten aan mineralen, vitaminen of een insulineresistentie kunnen aanwezig zijn.

  4. Chronische infecties en een slecht gebit veroorzaken een verhoogde bezinking en meer kans op het dichtslibben van uw vaten (39). Poets uw tanden goed en laat uw kwikvullingen vervangen.

  5. Een zittend leven en veel roken verhogen uw kansen voor een beroerte. Doe dagelijks lichaamsoefeningen en bij een zittend leven elk uur in beweging komen.(40, 41). Roken en koffie veroorzaken een kortdurende vaatverwijding en daarna een langdurige vaatvernauwing. Daardoor ontstaan vaatbeschadigingen waarin vetten zich ophopen wat weer een vaatvernauwing tot gevolg heeft.

  6. Laat uw bloedgroep bepalen en volg het bloedgroepdieet. Drink geen melk omdat daar veel cholesterol en zout in zit.

  7. Gebruik de volgende middelen:

  • Coenzym Q 10 1-2 x daags 100 mgr
  • Om de homocysteïnespiegel te verlagen naar 5 – 7 micromol/ltr kan men de volgend middelen innemen ( eventueel na bepaling in het bloed):

a. vitamine B 12 2000mcg/week
b. foliumzuur 2 mgr/dag
c. pyridoxaal-5-fosfaat 1 x 50 mgr/dag
d. betaïne HCL 3 x 1 tabl tijdens de maaltijd
e. magnesiumorotaat 1 x 500 mgr/dag

  • Niacine 3 x 100 mgr/dag na het eten vanwege de warmtegolven die men kan krijgen. Een langzaam opneembare vorm is er ook en deze geeft geen flushes. Laat eerst uw leverfuncties nazien, want bij stoornissen hiervan moet niacine (=vitamine B3) laag gedoseerd worden.
  • Vitamine C 3 x 1000-2000 mgr/dag
  • Vitamine E complex 2 -3 x 400 mgr/dag
  • EPA/DHA=omega 3 2 x 500-1000 mgr/dag en een goede bron aan alfalinoleenzuur zoals lijnzaad en vette vis.
  • Knoflook 25-100 mgr/kilo lichaamsgewicht.
  • Proline 3000 mgr/dag
  • l-lysine 6000 mgr/dag
  • Vitamine D 1000 IE/dag. En tekort kan de kalkstofwisseling storen en daardoor hartfalen veroorzaken. (42).

Dat artsen en specialisten toch cholesterolverlagende middelen voorschrijven komt door de reclame van de farmaceutische industrie die onjuiste gegevens laat zien en bij onderzoek de cijfers die niet in hun straatje past weglaat.
Cholesterolverlagende middelen kunnen uw dood worden en dat lukt u niet met de middelen die hierboven aangegeven zijn.
Naar boven

Literatuur:

1. Textbook of Biochemistry van Thomas M. Devlin.
2. Moosmann B, Behl C, Lancet 2004; 363(9412):892-4
3. Canadese editie New England Journal of Medicine 15 jan. 2004.
4. cholesterolverlaging, statines, hartfalen, kanker, geheugenverlies.Ortho 22e jaargang, nummer 2, 2004.
5. statines remmen Selenoproteïnen. Ortho 22e jaargang, nummer 2,2004.
6. Lancet 2004;363(9412): 892-4
7. de cholesterolmythe: Ortho 21e jaargang nummer 2, 2003, pag. 56-62.
8. het Mierlo project van Dr. G.E.Schuitemaker.
9. cardiovasc Med. 2001;2(5):205-207
10. statins and chronic heart failure. J.Am Coll Cardiol 2002 May15;39(10): 1567-73.
11. Langsjoen PH, Langsjoen AM. Biofactors, 2003;18(1-4):101-11.
12. Libido-afname en gebruik van statines. Br.J.Clin. Pharmacol. 2004 Sep; 58(3);326-8.
13. Effect of niacin and atorvastin on lipoprotein subclasses in patients with atherogenic dyslipidemia. Mc Kenney JM et al. Am. J Cardiol 2001 AUG 1:88(3);270-4.
14. Faché, W OM Orthomoleculaire Geneeskunde; deel 8, Hart- en bloedvaatziekten VIOW, 2000.
15. Ann. Pharmacother. 2002;36: 288-95.
16. Ann Pharmacother. 2003; 37: 274-8
17. Neurology, 2002; 14:1333-7
18. Lancet, 1997; 350: 1119-23.
19. Earthletter, 1993; Spring
20. Free Rad. Biol and Med, 1991; 11:47-61.
21. N Engl J. Med. 1999;341:410-8
22. Proc Nutr Soc. 2003; 62:135-42
23. Can. J. Cardiol. 2001; 17:859-65.
24. Am. J. Public Health 1994; 84:722-4
25. Am. J. Clin Nutr 2003; 78: 370-5
26. Ortho. 22e jaargang 2004 no 1 pag. 34-38
27. Am. J. Cardio, 1990;65: 521-3
28. BMJ. 2000; 320: 1583-4
29. Lancet, 1989; i: 868-70
30. N. Engl. J. Med. 2004 8; 350(15): 1579-82.
31. J.Orth. Medicine, 1991; 6:83-98.
32. Ortho 22e jaargang no. 3. 2004
33. Medisch Dossier jaargang 3 nr.2 en 4. 2001
34. Medisch Dossier jaargang 6 nr. 2. Februari 2004.
35. L. Pruimboom seminar. BV Uitgeverij Van Nature 2004.
36. Orthofyto jaargang 10, juli-aug. 2004 pag.277
37. Int. J. Epidemiol. 1997;26: 1-13
38. JAMA. 2000; 284:1534-40
39. Arch Intern Med. 2000;160:2749-55
40. Am. J. Epidemiol. 1996; 143:860-9.
41. Stroke, 1998; 29:2049-54.
42. J. Am Coll Cardiol 2003;41(1): 105-12.
43. De Cholesterolleugen; Prof.Dr. Walter Hartenbach. . Uitgeverij Ankh-Hermes bv-Deventer en The Great Cholesterol Con van Anthony Colpo. ISBN 978-1-4116-9475-0.
44. Lancet 2007: 369: 268-269.
45. Malignant Medical Myths: Joel M. Kauffmann, Ph.D. Myth 3:78-105 ISBN 0-7414-2909-8.

J.Beunk
Homeopatisch en Orthomoleculair arts

naar boven

 

Heeft u een vraag of wil u een afspraak maken?